Architecture&Art

Falen

Een website is ogenschijnlijk niet de plek om je mislukkingen te etaleren. Ogenschijnlijk, want de veronderstelling dat zaken die niet lukken op gewenste wijze, geheel onwenselijk zijn is er een die ik niet onderschrijf. Er zijn mislukkingen in soorten. Onnodige en nuttige mislukkingen.

Een nuttig falen is een actie die anders uitpakt dan verwacht en toont aan dat de verwachting onjuist was in een context waarin dat besef niet op andere wijze zou zijn ontstaan.

Als architect hoop je en verwacht je een positieve en substantiële bijdrage te kunnen leveren. Die verwachting is deels onjuist. Met name de impact die specifieke, met zorg ontworpen architectuur kan hebben op ruimtelijke kwaliteit in een neoliberale context is beperkt en wordt steeds minder. Met name in de woningbouw is de ruimtelijke- en functionele eenheidsworst uit de worstfabriek van de prefab woningbouwers zorgwekkend. Een aanbod van non-descripte pulp op zoek naar een plaats, die de lokale eigenheid verwisselt met iets generieks. En deze generieke inname gebeurd dan ook nog onder het mom van duurzaamheid. Terwijl het verduurzamen van de bestaande gebouwen, ook wat dat betreft een veel grotere bijdrage levert.

Mijn nuttige ‘mislukking’ was de onderschatting van de impact van het politieke klimaat op de architectuur.

Dat Sjoerd Soeters, de lolbroek van de Nederlandse architectuur is gestopt in 2023 is me niet ontgaan. Zijn woorden zijn verhelderend maar zijn oplossing is wellicht te eenzijdig.

Dat de minister nu zijn oor te luister moet leggen bij de vermaledijde markt, is bovendien de schuld van de overheid zelf, stelt Soeters. Het was immers voormalig minister van Wonen en Rijksdienst Stef Blok die de deur van de Nederlandse woningmarkt openstelde voor buitenlandse beleggers en woningcorporaties een verhuurderheffing oplegde, waardoor zij veel minder zijn gaan bouwen. De regering heeft destijds gezegd: we laten de woningbouw over aan de markt. Dan moet de overheid zich nu ook aanpassen aan hoe marktpartijen denken en werken, in plaats van hen zonder overleg allerlei onwerkbare maatregelen op te leggen.”

De conclusie kan echter ook zijn dat in Nederland de (internationale) markt te veel vrij spel heeft gekregen en de markt niet met de juiste oplossingen is gekomen. Dat de vrije markt heeft gefaald. Zoals in de zorg.

Beide conclusies zijn verontrustend want hoe nuttig was deze mislukking? Een bevredigende oplossingsrichting lijkt nog ver weg. Beide zijn nodig, markt en politiek (en ontwerpers natuurlijk).

Gelukkig zijn er ook nuttige successen, acties die anders uitpakken dan verwacht maar waarbij de verwachting ten onrechte te negatief was. Een voorbeeld van zo’n succes is het project Maakhaven. Een project waarbij de gemeentelijke politiek na aanvankelijke tegenwerking zich unaniem geschaard heeft achter het plan van een groep burgers.

Het kan.  Soms.

Nog?